Joanne Klumpers
06 - 55 28 69 28 |
joanne@burohebe.nl |
Het advies van de Onderwijsraad over het ondervangen van de gevolgen van het coronavirus (16 april 2020) heeft al veel reacties losgemaakt. Hoewel ik nooit zo de noodzaak voel om mijn mening toe te voegen aan publieke debatten, kan ik het nu toch niet laten. De adviezen zijn in mijn ogen veel te algemeen en getuigen niet van inzicht in wat er in de praktijk gebeurt en hoe we daarvan kunnen leren. Ik hoop dat we – iedereen die op wat voor manier dan ook iets met onderwijs te maken heeft – goed kijken naar wat nodig is en naar wat werkt. Aan algemene adviezen heb je dan niets. Aan leerlingen én onderwijspersoneel centraal stellen wel. Ik noem twee voorbeelden.
Bij de vele scholen met kwetsbare doelgroepen die ik ken, zie ik dat onderwijspersoneel heel goed in de gaten heeft hoe het met elke leerling gaat, hoe de thuissituatie is, wie gebaat is bij wat voor soort aandacht, begeleiding of opvang. Leerkrachten, docenten, mentoren, zorgcoördinatoren: ze handelen allemaal naar wat elke leerling nodig heeft. Is dat altijd genoeg om leerdoelen volgens planning te behalen? Nee, maar er wordt wel gedaan wat nodig is om een leerling de best mogelijke begeleiding te bieden; pedagogisch, didactisch, mentaal én praktisch. Er worden laptops rondgebracht, er is veelvuldig overleg met zorgpartners en gemeenten, er is veel contact met leerlingen en ouders via de telefoon en online. Wat nodig is voor kwetsbare (én niet-kwetsbare) leerlingen, is dat we het onderwijspersoneel goed faciliteren. Dat we gehoor geven aan hun oproep om soms iets extra’s of anders te organiseren. We moeten luisteren naar de mensen die de leerlingen kennen. En ervoor zorgen dat zij hun werk goed kunnen doen.
Natuurlijk is dat zo. Maar niet allemaal evenveel of in dezelfde vakken. We moeten vervolgens ook niet denken dat leerlingen die achterstanden allemaal op dezelfde manier (bijvoorbeeld in een zomerschool of door langere lesdagen volgend schooljaar) weer inhalen. En er is ook een heel andere kant, waar ik bijna niets over lees: er zijn heel veel leerlingen die helemaal geen achterstand oplopen. Die gevraagd én ongevraagd van alles leren. Die al het werk dat online wordt opgedragen, netjes maken. Ook als er veel meer wordt gevraagd dan normaal. Ook als er veel meer wordt gevraagd dan wat zij nodig hebben om te leren. Een levensecht voorbeeld. Een leerling uit 2 havo staat gemiddeld een 8,5 als de Corona-crisis uitbreekt. Of eigenlijk het hele schooljaar al. De mentor vroeg in januari: waarom zit je eigenlijk niet op het vwo? De leerling zei: ik wil ook nog tijd voor sport en vrienden hebben. Aan sport en vrienden is ze nu veel minder tijd kwijt. En wat komt daarvoor in de plaats? Wekelijks verplichte en tijdrovende huiswerkopdrachten waarvan ik niet kan achterhalen welk leerdoel ze dienen. Niet alleen voor de kernvakken, maar voor álle vakken, inclusief tekenen, muziek, drama, LO en godsdienst. Het wordt allemaal braaf gedaan, want anders staat er in Magister ‘huiswerk niet ingeleverd’, of ‘de muziekopdracht is voor een cijfer en ik wil niet dat mijn gemiddelde omlaag gaat’. Maar wat deze leerling hiervan leert, behalve nóg harder werken dan normaal… Ik zie het niet. Waarom moet een leerling die gemiddeld een 9 voor wiskunde en NaSk staat, aan online hoorcolleges deelnemen, als ze het huiswerk al gemaakt en ingeleverd heeft én volledig begrijpt? En waarom kan die leerling voor Nederlands niet één keer per week extra uitleg krijgen voor Nederlands, het enige vak dat ze lastig vindt.
Wat zou ik er ontzettend blij van worden als leraren, mentoren en zorgcoördinatoren de kwetsbare leerlingen nu en op termijn kunnen blijven bieden wat zij nodig hebben. Zodat zij gezien worden, weten dat zij ertoe doen en erkend worden in het talent dat zij hebben. En wat zou het mij gelukkig stemmen als docenten niet-kwetsbare leerlingen die er ‘gewoon’ goed voor staan ook als individuen behandelen. Dat zij ook hen het onderwijs bieden dat nodig is, zodat ze zich ontwikkelen én gemotiveerd blijven. Bijvoorbeeld met minder verplicht huiswerk en meer keuzevrijheid. Dat willen de meeste leraren zelf ook graag, maar helaas krijgen zij nog niet altijd de professionele ruimte die ze nodig hebben om maatwerk te bieden.
De essentie van wat nu nodig is, is misschien dan toch in een algemeen advies te vatten: kijk naar elk kind, doe wat nodig is, en organiseer het slim. Dan houd je het voor leraren zinvol en behapbaar, en voor leerlingen passend en motiverend.
Deel |