Evelien Ketelaar
06 - 52 68 61 16 |
evelien@burohebe.nl |
Onze adviseurs zijn jaren betrokken bij het initiëren en verder ontwikkelen van diverse landelijke netwerken gericht op het ontwerpen en implementeren van nieuwe onderwijsprogramma’s. Voorbeelden zijn de netwerken van wetenschapsoriëntatie (WON) en het challenge based programma van Bèta Challenge. Maar ook regionale en lokale netwerken, waarin leraren en leiders samen met anderen onderwijs (her)ontwerpen, organiseren en zich professionaliseren. De samenwerking tussen partners in een netwerk is kennisintensief en richt zich op het verbinden van onderwijs, arbeidsmarkt en samenleving. Het draait in deze netwerken om leren en ontwikkelen in de realiteit, gebruik makend van de keten van onderwijs en wat de buitenwereld te bieden heeft. Dat geldt voor iedereen die betrokken is; leerlingen, studenten, en (onderwijs)professionals.
Bij Buro Hebe zijn we overtuigd van het belang en de kracht van netwerksamenwerking voor beweging in het onderwijs. Reden waarom wij voortdurend op zoek zijn naar hoe we deze samenwerkingen naar een hoger plan kunnen brengen en deze te vormen tot lerende communities.
Iedere netwerksituatie is anders, omdat de partners in een netwerk verschillen in behoeften, belangen en ontwikkelcapaciteit. Tegelijkertijd willen we leren van de overeenkomsten die er ook zijn en van de goede voorbeelden. Dat helpt ons om de kwaliteit van ons advies en onze ondersteuning te verbeteren. Frederieke Sedee (Ochtendmensen) onderzocht daarom een half jaar lang in onze opdracht hoe de effectiviteit van netwerken nog verder kan worden vergroot. Haar aanbevelingen geven ons inzicht in hoe wij het eigenaarschap van partners in netwerken kunnen stimuleren en duurzaam samenwerken bevorderen.
Frederieke deed in bijzonder onderzoek naar de rollen van alle actoren in een netwerk, de mate waarin eigenaarschap wordt ervaren en hoe dit van invloed is op het partnerschap. Input voor haar analyse haalde zij op in netwerkbijeenkomsten en persoonlijke gesprekken met vertegenwoordigers van scholen en andere betrokkenen. Het onderzoek van Frederieke maakt ons nog maar eens zeer bewust dat wederkerigheid tussen partners een kritische succesfactor is in samenwerking. De mate waarin scholen (en anderen) iets uit het netwerk kunnen komen halen en kunnen toevoegen doet ertoe. Wat dit principe van ‘halen en brengen’ behelst, is niet per se eenduidig en bovendien afhankelijk van bijvoorbeeld de ontwikkelfase van een school in relatie tot een programma, de taakvolwassenheid van professionals, of het bestaan van een gedeelde visie op leren en ontwikkelen. We zien wel dat ‘halen en brengen’ zich altijd afspeelt op drie niveaus, namelijk dat van: relatie, proces en inhoud.
Door nog meer gericht en thematisch in kaart te brengen wat de stand van zaken is en welke ontwikkelvragen spelen op niveau van relatie, proces en inhoud, is meer maatwerk mogelijk in de ondersteuning. Scholen en andere partners met soortgelijke (ontwikkel)vragen kunnen meer dan alleen binnen een regio of lokale samenwerking met elkaar worden verbonden. Daarbij kan bovendien gebruik gemaakt worden van de contacten van Buro Hebe in diverse netwerken en onze expertise om deze voor anderen te ontsluiten en zo verbanden te leggen tussen partners over of door netwerken heen. Dergelijke interventies dragen bij aan het eigenaarschap dat door partners wordt ervaren. Zij krijgen meer eigen regie, in plaats van dat de regierol in handen is van Buro Hebe. Van onze adviseurs vraagt het een verdergaande rol-differentiatie om netwerken te brengen naar een lerende community. Het inzicht dat Frederieke ons heeft gegeven met haar onderzoek brengt focus aan in onze eigen professionalisering.
Meer weten over onze bijdragen aan netwerken in onderwijs? Neem contact met ons op.
Deel |